image/svg+xml

Bakker tegen wil en dank

Verhaal

Bakker tegen wil en dank

Plaatje bij verhaal: 02-2.jpg

Op 4 en 5 mei staan wij stil bij de bevrijding van ons land. Ik blijf het een goede zaak vinden om hierbij stil te blijven staan. Gelukkig is de periode van de Duitse bezetting goed gedocumenteerd zodat wij inzicht hebben in de wreedheden die in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter zijn begaan.

Ook vandaag de dag wordt er nog steeds over de Tweede Wereldoorlog gepubliceerd. Opdat wij niet vergeten…..Op 6 april 2006 is het zeer lezenswaardige boek van de heer
C. Cornelissen over de jodenvervolging in Almelo in WOII verschenen.
In dit artikel wil ik u eens meenemen naar een andere ‘bezettingstijd’, waarin net als in WOII, mensen door de bezetter onder druk gezet werden. Hiervoor gaan wij terug naar de tijd dat ons land werd ingelijfd bij het Franse Keizerrijk van Napoleon (1810-1813).
Op 8 april 1813 gelastte de Franse bezetter dat de provincie Overijssel 23 bakkers, metselaars. schoenmakers en ziekenverzorgers ten behoeve van het Franse leger beschikbaar moest stellen. Almelo kreeg de verplichting opgelegd één broodbakker te leveren. In eerste instantie moest getracht worden deze vrijwillig te verkrijgen. Als dit niet zou lukken moest er iemand verplicht worden aangewezen.
De burgemeester van Almelo legde hierop een lijst aan van de in Almelo aanwezige bakkers. Hij noteerde er 15 in de leeftijd van 18 tot 75 jaar. 9 gehuwden, 3 weduwnaars en 3 ongehuwden. De jongste ongehuwde was Arnoldus Troost, die nog bij zijn moeder woonde. 
Op 9 april 1813 maakte de burgemeester aan het publiek bekend, dat er vanuit Almelo een bakker ten behoeve van het Franse leger naar Zwolle gezonden moest worden. De burgemeester kreeg geen reactie. Hierop liet hij het berichtje in de verschillende wijken van onze stad door de stadsomroeper omroepen. Bovendien benaderde hij de door hem geregistreerde bakkers rechtstreeks met het verzoek om een vrijwilliger aan te wijzen. Enige dagen later, op 13 april, moest de burgemeester constateren dat er geen vrijwilliger te vinden was. Als noodmaatregel besloot hij dan maar iemand aan te wijzen.
Het werd de jongste bakker Arnoldus Troost geboren in april 1795. Troost werd opgeroepen om naar Zwolle te gaan, en aldaar als bakker in dienst van het leger van Napoleon te treden. Arnoldus Troost protesteerde, maar de burgemeester bleef bij zijn besluit.
Wat er verder gebeurde is mij niet bekend, maar precies een maand later, op 14 mei 1813 besloot de burgemeester opnieuw dat Arnoldus Troost zich naar Zwolle moest begeven. Kennelijk was Troost dus tijdelijk uit het Franse leger ontslagen. Op 18 mei bleek Troost zich nog steeds in Almelo te bevinden. Hij weigerde gehoor te geven aan het bevel van de burgemeester. Pas toen de burgemeester dreigde Troost te arresteren begaf hij zich schoorvoetend naar Zwolle. Hierna verdwijnt Arnoldus Troost uit de analen. Aangenomen mag worden dat hij zich tegen zijn zin bakker in dienst van Keizer Napoleon mocht noemen.

Trefwoorden:Franse keizerrijk, Bakker, Leger
Personen:C. Cornelissen, napoleon, Arnoldus Troost
Periode:1810-1813
Locatie:Almelo

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.