De geschiedenis van de firma Bendien en zonen
Over de Almelose textielindustrie is veel bekend. Het merendeel van die kennis is echter ‘onder de mensen.’ Van de archieven van veel Almelose textielbedrijven is slechts een zeer klein deel bewaard. Om deze reden is het voor onderzoekers niet goed mogelijk om onderzoek naar het Almelose textielverleden te doen. Indien u over interessante archiefstukken (geen krantenknipsels) betreffende Almelose textielbedrijven beschikt kunt u deze in het historisch archief van de Gemeente Almelo onderbrengen. Langs deze weg worden ze voor toekomstige generaties voor een breed publiek toegankelijk.
In deze bijdrage vertellen wij iets over de textielfabriek van de firma Bendien. (Vanaf 1938 had Bendien ook een filiaal in Emmen, dat wij hier buiten beschouwing laten). Ook hier geldt dat het onderzoek bemoeilijkt wordt door een gebrek aan archiefmateriaal.
De familie Bendien grossierde oorspronkelijk in textielproducten. In het jaar 1888 sloot Isaac Bendien een vennootschap met Smits, een andere grossier in kleding. Eind 1888 begon de firma Bendien & Smits met de fabricatie van werkkleding voor mannen. Voor de productie huurde Bendien een pand aan de Holtjesstraat. De wermanskleding verkocht aanvankelijk zo slecht dat de vennootschap al op 1 januari 1890 werd ontbonden.
Isaac gaf echter niet, op en startte al in februari 1890 opnieuw met het maken van zogenaamde werkmanskleding in een pand in de Kerkstraat. Dit keer gingen de zaken stukken beter. In 1892 kocht Isaac Bendien een drietal percelen grond aan de Holtjesstraat. In 1893 werd de fabriek aan de Holtjesstraat in gebruik genomen. In dat jaar kreeg Bendien een hinderwetvergunning voor het plaatsen van een gasmotor. Op 1 januari 1901 ging Isaac een vennootschap aan met zijn zoons Jacob en Albert. Vanaf die tijd werd de naam firma Isaac Bendien en zonen. In datzelfde jaar had de firma al 150 mensen in dienst.
Tussen 1900 en 1910 begon de firma ook met het vervaardigen van kinderkleding. Met het maken van confectiekleding voor heren werd pas vanaf 1918 een begin gemaakt.
In 1914 brak bij Bendien een grote werkstaking uit. Van de 600 medewerkers deden er 500 aan de actie mee. Het personeel eiste een forse loonsverhoging en een vrije zaterdag middag. Na een wekenlange staking werd alleen de eis van een vrije zaterdag middag door de firma Bendien ingewilligd.
In de daaropvolgende jaren bleef de firma sterk groeien. In februari 1930, toen het bedrijf haar 40 jarig bestaan vierde, was het personeelsbestand al tot 1000 medewerkers opgelopen.
In de loop der jaren waren ook de fabrieksgebouwen vergroot. Al in 1906 was de firma begonnen met de bouw van een complex aan de Prinsenstraat. Door de uitbreidingen was de Holtjesstraat dwars door het complex van fabrieken heen komen te lopen. Om het vervoer van goederen te vergemakkelijken bouwde Bendien in 1932 een luchtbrug over de Holtjesstraat.
In 1936 hadden de producten een zo hoog kwaliteitsniveau bereikt dat de firma Bendien voor het eerst een merknaam aan haar producten koppelde. De bekendste werd wel OXFORD, de merknaam voor herenkostuums.
De oorlogsjaren waren voor de toenmalige directeur, Albert Bendien, zeer moeilijk. Hij werd niet gedeporteerd omdat hij met een niet joodse vrouw getrouwd was. Maar hij moest zich wel door niet joodse bestuurders laten vervangen. Gedurende de bezetting werden er de nodige grondstoffen voor de bezetter verborgen gehouden. Het personeel dat hiervan op de hoogte, was heeft hierover nooit iets tegenover de bezetter laten blijken.
Na de oorlog maakte het bedrijf nog tot de jaren zeventig een groeiperiode door. Daarna ging het berg afwaarts. In de loop van de jaren tachtig werd de fabriek gesloten en werden de fabrieksgebouwen afgebroken.
Auteur: | Gemeente Almelo |
Trefwoorden: | Firma Bendien, Textielindustrie, IJzeren Eeuw Overijssel |
Personen: | Isaac Bendien, Jacob Bendien, Albert Bendien, Smits |
Periode: | 1888-1990 |
Locatie: | Almelo |
Thema's: | De industriële revolutie in Overijssel |