image/svg+xml

Jeugdcriminaliteit

Verhaal

Jeugdcriminaliteit

Plaatje bij verhaal: 04-2.jpg

Vandaag de dag horen wij veel klachten over jeugdcriminaliteit en baldadige jeugd. Ook de preventie en bestrijding staan volop in de belangstelling. Het lijkt er wel op alsof het hier gaat om een geheel eigentijds probleem. Toch is niets minder waar.

Begin 1949 publiceerde de gemeentepolitie dat er gedurende de tweede helft van 1948, 628 gevallen van baldadigheid hadden plaatsgevonden waarbij jeugdigen betrokken waren. Een zorgelijke ontwikkeling waar nodig iets aan gedaan moest worden. Allereerst besloot de commissaris van politie, Heidema, dat er meer gesurveilleerd moest worden. Deze aanpak bleek te helpen, want over de tweede helft van 1949 was het aantal gevallen van baldadigheid gedaald tot 269.
Nader onderzoek naar de jeugdcriminaliteit leerde dat het hier een vaste groep van baldadige jeugdigen betrof, die regelmatig met de politie in aanraking kwamen. De politiecommissaris vond dat deze jongeren niet aan hun lot overgelaten mochten worden.
De commissaris wilde ook met deze groep jongeren werken aan een goede vertrouwensband die op wederzijds begrip was gebaseerd. Nu wilde het toeval dat het politiebureau kort te voren was verhuisd van een pand aan de Grotestraat naar de villa Kloosteresch aan de Wierdensestraat. Deze villa had een heel grote tuin met bijbehorend tuinhuis. Het leek de commissaris een prima idee het tuinhuis om te bouwen tot een jeugdboerderij en de tuin te gebruiken voor het laten grazen van allerlei soorten dieren. Door middel van de zorg voor een dier kon ook moeilijk opvoedbare kinderen het zo noodzakelijke verantwoordelijkheidsgevoel worden bijgebracht. Bovendien konden de politie mensen vanuit het bureau zonder veel moeite een oogje op de baldadige jongeren houden. Het gemeentebestuur en justitie waren direct zeer enthousiast over het idee van commissaris Heidema. 
Op 21 april en 8 mei 1950 werden de eerste twee vergaderingen belegd waarin direct de benodigde financiële middelen werden toegezegd.
Op 7 oktober 1950 kon jeugdboerderij ‘De Kleine Kloosteresch’ door burgemeester Ravesloot geopend worden. In de tuin van het politiebureau was het een gekakel van jewelste er liepen kippen, eenden kalkoenen, duiven en geiten.
Vanaf het begin was de boerderij een groot succes. Onder toeziend oog werkten ‘lastige’ jongeren aan de verzorging van dieren. De jeugdboerderij had vanaf het begin een open karakter waar jongeren op een speelse wijze door de politie het gevoel voor verantwoordelijkheid werd bijgebracht.
Vanuit heel het land kwamen belangstellenden naar het Almelose politiebureau om te kijken naar de succesvolle Almelose aanpak van de jeugdcriminaliteit. Dat de aanpak goed werkte bleek uit de verder dalende gevallen van jeugdcriminaliteit begin jaren vijftig.

Trefwoorden:Jeugdboerderij, De Kleine Kloosteresch
Personen:Ravesloot
Periode:1948-1950
Locatie:Almelo

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.